HOME
Grünbauer BV
™  Sterk in staal!  ®
Terug naar de    
vorige pagina
inhoudsopgave

Over de ontwikkeling van de raatligger

Electrisch gelast ....

Raatliggers worden electrisch gelast. De opkomst van de raatligger hangt dus nauw samen met de introductie van het electrisch lassen in de constructiewerkplaats, omstreeks einde jaren 1920. De oudste ons bekende raatliggers werden begin jaren 1930 ontworpen en vervaardigd door de Skodafabrieken in Pilsen. Het betrof dakliggers met een vrije overspanning van 12 meter, in een fabriekshal in Doudlevec (Tsjechië). De eerste patentaanvraag voor raatliggers dateert uit 1937; het British Patent Office verleende het - zeer veelomvattende en diepgravende - patent in 1939 aan de Britse aanvrager G.M. Boyd.

Hoe bereken je een raatligger .... efficient?

Een goede berekeningswijze is essentieel gebleken voor de ruimere toepassing van raatliggers. Het is immers geen onderdeel dat "intuïtief" te dimensioneren is. De eerste aanzet voor de (elastische) berekeningswijze werd in het voormalige Tsjecho-Slowakije gegeven, door František Faltus. Hij publiceerde in 1942 twee artikelen in het vakblad Technickı Obzor over de door hem ontwikkelde rekenmethode.

Pas in de tweede helft van de jaren 1950 werd de ontwikkeling verder ter hand genomen, enerzijds in Amerika; anderzijds in Duitsland. In de periode 1955-1965 werd de elastische berekening geheel geperfectioneerd.

Begin jaren 1970 werd de plastische berekeningswijze in de staalbouw geïntroduceerd. Het toepassen hiervan op raatliggers vergde nogal wat verdere ontwikkeling, omdat de raten toch flinke discontinuïteiten in het lijf geven. De theorie is onderbouwd met het nodige experimentele onderzoek naar het bezwijkgedrag en de bezwijkmechanismen van raatliggers. Midden jaren 1970 was de rekenmethode zo ongeveer wel uitgekristalliseerd. Het Merkblatt van de Beratungsstelle für Stahlverwendung, Düsseldorf, 3e druk, uit 1976, geeft in 53 pagina's een rijk geïllustreerd en werkelijk uitputtend overzicht, inclusief talrijke grafieken voor de bepaling van de profielkeuze en de raatligger-geometrie.

Tegenwoordig worden raatliggers uiteraard op de computer berekend. Verschillende software-huizen hebben hiervoor uitgekiende modules ontwikkeld en die in hun staalbouwprogramma's geïntegreerd.

Hoe produceer je een raatligger .... efficient?

Een tweede belangrijke factor bij de opkomst van de raatligger is de productie ervan. Oorspronkelijk werden de uitgangs-walsprofielen met het handje autogeen gesneden, langs een simpele mal. Dat werd al kort na de Tweede Wereldoorlog te prijzig en gedurende de jaren 1950 werden daarom geautomatiseerde brandsnijmachines in bedrijf gesteld. Hubert Litzka ontwikkelde als eerste een volautomatische productiestraat voor raatliggers. Deze bleek zo succesvol, dat raatliggers lange tijd ook wel als Litzka-liggers bekend stonden. Alternatief kon (voor gestandaardiseerde lichte raatliggers) het benodigde tandheugelprofiel ook wel op zware persen uit de walsprofielen worden gestanst, een methode die vooral in Amerika werd toegepast.

In de late jaren 1970 werden mechanisch gestuurde volautomaten ingevoerd; die weer werden opgevolgd door machines met optische leeskoppen. Deze hadden het voordeel, dat ze direct vanaf tekening konden werken en dus flexibeler waren. Met de introductie van minicomputers en later PC's is de snijbewerking verder geoptimaliseerd. Met computers kunnen desgewenst makkelijk bijzondere patronen worden gegenereerd, zoals die bijvoorbeeld bij gebogen raatliggers van toepassing zijn.

Het lassen van raatliggers is - gezien de opeenvolging van korte lassen - overwegend handwerk gebleven. Automatisering loonde alleen in fabrieken die grote hoeveelheden gestandaardiseerde (lichte) raatliggers vervaardigden. Een bekende toepassing van dergelijke liggers zijn stalen parkeergarages (in Amerika).

©     Tel (+31) (0)20 6990300  e-mail info@grunbauer.nl TOP